Johan Klein Haneveld
Ken je dat citaat nog uit de film ‘Pirates of the Carribean’? Kapitein Barbossa zegt op een gegeven moment: ‘The code is more what you’d call “guidelines” than actual rules.’ Zo is het met schrijfregels ook. Ze gelden niet voor iedereen en in elke situatie en soms (of zelfs vaak) is het heel goed mogelijk ervan af te wijken. Zolang je dat maar bewust doet. Soms zijn er goede redenen wel iets te vertellen in een verhaal in plaats van het te laten zien en er zijn situaties waarin een fragment in plaats van een volzin op zijn plek is. Zoals hier.
Geen vaste schrijfregels
Schrijvers delen met elkaar wat voor hén werkt en als het gaat om een ervaren schrijver als Stephen King is het zinvol daarnaar te luisteren. Maar elke schrijver is anders en dus moet je zoeken naar wat voor jóu werkt. Daarbij kun je de ervaringen van King als richtlijnen gebruiken, maar zodra je ze ziet als vaste regels bind je jezelf vast en dat is niet goed voor je creativiteit. Jouw verbeelding werkt niet op dezelfde manier als de zijne, je hebt een andere persoonlijkheid en ook nog eens een ander leven. Dus zullen voor jou andere technieken en gewoontes effectief zijn.
Ja, ik ben een rebel!
Kwaliteit van het schrijfwerk
Ikzelf houd me bijvoorbeeld niet aan verschillende veel genoemde regels met betrekking tot het schrijven. Ja, ik ben een rebel! Ik schrijf bijvoorbeeld hooguit twee versies van mijn manuscript. Veel schrijfadviseurs zeggen dat je eerste versie alleen maar bedoeld is om je verhaal op papier te zetten, dat je vervolgens je boek het beste helemaal kunt herschrijven en dat je vervolgens meerdere keren door de tekst moet heengaan. Bijvoorbeeld door het verhaal hardop te lezen of te laten voorlezen. Ikzelf schrijf mijn verhaal, ga er na afloop nog een keer doorheen en dan volgt hooguit één herschrijfronde met opmerkingen van proeflezers of van de redacteur. Van de uitgevers krijg ik echter te horen dat mijn manuscript leest alsof het al langs de redactie geweest is. De meeste recensies van mijn boeken zijn bovendien positief en vaak wordt mijn schrijfstijl geprezen, dus met de kwaliteit van mijn werk zit het ook zonder al die herschrijfrondes wel goed.
Waarom kan ik een paar rondes overslaan? Ten eerste omdat ik het verhaal in mijn hoofd al geschreven heb voordat ik begin. Ik ben geen ‘pantser’ maar een ‘planner’ en denk vaak al een jaar na over een boek voordat ik ga schrijven. De structuur van het plot, de gebeurtenissen en de ontwikkeling van de karakters zie ik dan al helder voor me. Ik moet het alleen nog op papier zetten.
Vertelinstincten
Ten tweede heb ik veel ervaring met het in één keer goed schrijven van een verhaal. Mijn eerste boeken typte ik als tiener op een typemachine en dan moest het in één keer goed zijn. Verder vertelde ik mijn jongere broers verhalen, bijvoorbeeld tijdens bergwandelingen op vakantie. Zij noemden dan een dier dat ze wilden zijn in het verhaal en ik ook, en dan ging ik vertellen. Ook dan moest het verhaal in één keer kloppen. Aan de reacties van mijn broers kon ik toetsen of het verhaal dat ik vertelde werkte. Daarmee heb ik mijn vertelinstincten gevormd. Ten derde redigeer ik al tijdens het schrijven. Ik verander zinnen, verplaats woorden, pas dialogen aan. Soms lees ik het hoofdstuk waaraan ik bezig ben helemaal terug, maar ik doe het eigenlijk al zodra ik een paragraaf af heb. Daarbij gebruik ik al mijn ervaring. Bijvoorbeeld mijn ervaring als eindredacteur van een tijdschrift – ik werk al veertien jaar bij het Tijdschrift voor Diergeneeskunde. Maar ook mijn ervaring die ik heb opgedaan bij eerdere boeken (zeventien ondertussen).
Intuïtie
Ik leer van alle commentaren die ik krijg. Zo hoorde ik bij mijn debuutroman ‘Neptunus’ van de redacteur dat mijn zinnen te vaak uniform van lengte waren en dat ik beter korte en lange zinnen kon afwisselen. Bij een schrijfcursus zei de docent dat ik bij beschrijvingen van de omgeving te vaak terugviel op ‘Jantje hoorde dit’ of ‘Pietje zag …’ terwijl de beschrijving sec volstond (behalve als het uniek was voor Jantje of Pietje dat hij dit hoorde of zag). Dergelijke adviezen pas ik nu direct toe in mijn eerste versie. Natuurlijk lees ik ook veel en daarmee is mijn gevoel voor taal aan de ene kant en verhaalopbouw aan de andere kant ontwikkeld. Ik heb er intuïtie voor gekregen.
De schatkamer van Dizary ligt op je te wachten
Opmerkingen van anderen
Ik laat mijn verhalen al tijdens het schrijven lezen door mijn vrouw – en merk aan haar reacties of wat ik probeer over te brengen werkt of niet. Soms vraag ik een bevriende schrijver proeflezer te zijn voor mijn verhaal en daarbij leer ik weer nieuwe dingen, ik heb namelijk ook blinde vlekken. Ik gebruik echter niet een hele groep proeflezers die ik allemaal hun zegje laat doen. Mijn tienjarige ‘writersblock’ ontstond omdat ik me teveel aantrok van opmerkingen van anderen. Een flinke groep proeflezers is misschien aan te raden als je begint met schrijven en je intuïtie is nog niet ontwikkeld.
Verhalen vertellen is voor mij als ademhalen
Zelf ontdekken
Maar voor mij is het uiteindelijk de mening van de uitgever en de redacteur die doorslaggevend is. Als zij tevreden zijn, ben ik het ook. Ik vind het ten slotte ook belangrijk dat mijn verhaal in één keer goed is, want mijn verbeelding is al weer bezig met de twee of drie volgende projecten – en als ik te lang wacht met daarmee te beginnen word ik chagrijnig en ga ik slechter slapen. Verhalen vertellen is voor mij als ademhalen en daar moet ik niet te lang mee stoppen.
En ook dit is allemaal alleen mijn eigen ervaring. Ik zal het nooit als schrijfregel of -advies aan andere schrijvers opleggen, en al helemaal niet aan beginnende schrijvers. Je moet zelf ontdekken of je veel of weinig herschrijfrondes nodig hebt en of je veel of weinig proeflezers moet zoeken.
Het is geen wet, maar een richtlijn.
Krijg je negatieve reacties op je manuscript van een uitgever dan weet je in elk geval zeker dat je vaker moet herschrijven. Maar heb jij al veel geschreven en gelezen, denk je van tevoren goed na over je verhaal, en let je al tijdens het schrijven op zinsopbouw en andere technische aspecten, dan kun jij wellicht ook volstaan met één of twee versies van je manuscript. Het is geen wet, maar een richtlijn.
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.